Nationale vereniging voor mensen met lupus, APS, sclerodermie en MCTD
Open menu

 Verslag van APS-congres Utrecht (10-11-2018 )

Tags: ,

Sprekers (dr. T. Lely, gynaecoloog in WKZ en dr. M. Limper, internist-immunoloog in UMCU)

Het congres was goed bezocht en er zijn veel vragen gesteld en beantwoord door de sprekers.

Aan het eind werden de congresdeelnemers opgeroepen voor deelname aan de biobank APS, bij het Amsterdam Universitair Medisch Centrum. Meer informatie is te vinden op de website van de NVLE.

 

Dr. A.T. Lely: “APS en zwangerschap: “zorgen voor, door en over een dikke buik”

Dr. Lely legde eerst uit wat de classificatiecriteria zijn voor APS.
Er is sprake van APS bij:

  • Trombose/stolsel
  • Dit kan in elk orgaan of weefsel voorkomen
  • Bevestigd door onderzoek

En/of  zwangerschapscomplicaties:

  • minimaal 1x keer vruchtdood bij 10 of meer weken
  • minimaal 3 miskramen van minder dan 10 wkn
  • minimaal 1x vroeggeboorte van maximaal 34 wkn door
  • ernstige pre-eclampsie/ placenta-insuffuciëntie

èn in het laboratorium is bij aangetoond (en 3 maanden na de eerste meting herhaald):

  • Lupus anticoagulans en/of
  • Anticardiolipine (aCL) antistoffen en/of
  • Anti-b2glycoproteïne1 antistoffen (=ab2GP1)

Tijdens zwangerschap met  APS met de daarbij optredende tromboses ontwikkelt de placenta zich niet goed met als gevolg een grote kans op obstetrische complicaties.

Risicofactoren voor het ontstaan van obstetrische complicaties bij APS zijn:
-aanwezigheid van lupusanticoagulans
-Aanwezigheid van meer dan één aPL
-Hoge spiegel van aPL
-Eerdere trombose
-eerdere obstetrische complicaties
-aanwezigheid van systeemziekte (dus secundaire APS), bijvoorbeeld SLE of reumatoïde artritis.

Bij zwangerschap met APS bestaat meer kans op:

  • Trombose
  • hoge bloeddruk, HELLP-syndroom en pre-eclampsie
  • vroeggeboorte; kindje wordt dan overgeplaatst naar NICU, met vaak een matige tot slechte uitkomst (blijvende handicaps of zelfs overlijden)
  • groeiachterstand van het kind
  • miskramen: vroege en late vruchtdood

Door het (door) blijven geven van veilige medicijnen kan de APS rustig worden gehouden zodat de placenta zich beter kan ontwikkelen. Om te zien of medicijnen veilig gegeven kunnen worden tijdens de zwangerschap en de borstvoeding biedt Lareb veel informatie

Belangrijk bij zwangerschap bij APS zijn:
Preconceptioneel consult
Timing van de zwangerschap (ziekte APS en/of SLE moet rustig zijn)
frequente controles via de polikliniek
thuismeters
kan de zwangere thuisblijven of moet ze worden opgenomen in het ziekenhuis
Intraveneus bloeddruk verlaging
Magnesiumsulfaat ter bescherming van de hersenen
medicijnen om de longrijping van het kindje te vervroegen
inleiding vroegtijdig
vroege geboorte < 34 wkn met kinder IC-opname

Om de functie van de moederkoek te controleren wordt er frequent gecontroleerd via de polikliniek:

  • groeimeting van het kindje
  • meting hoofd, buik en beenlengte
  • meting van doostromingvan de vaten van de baby
  • indien noodzakelijk hartfilmpje

Conclusie: APS vormt een hoog risico voor de zwangerschap maar door behandeling met aspirine, heparine en hydroxychloroquine is de uitkomst sterk verbeterd

Limper: “APS en DOAC’s, to DO or not to DO?”

Dr. M. Limper vertelde tijdens zijn lezing over de nieuwe Directe Orale Anti-Coagulantia (= DOACs)

De classificatiecriteria van APS legde hij nog eens uit, en daarnaast zijn er klinische symptomen van APS die bij hem ook de diagnose APS krijgen en door hem als zodanig worden behandeld:

  • Libman-Sacks endocarditis
  • Livedo reticularis
  • Trombopenie
  • Nierbetrokkenheid
  • Insulten
  • Chorea

Via een reeks opeenvolgende reacties van antilichamen, complement en stollingsfactoren (die nog niet allemaal bekend en in kaart gebracht zijn) wordt er een ontsteking gemaakt en kan er een bloedstolsel ontstaan.

  • De behandeling van APS bestaat uit:
    Levenslange ontstolling met vit. K-antagonisten (= VAK: acenocoumarol, fenprocoumon), óók bij seroconversie; streef-INR: 2-3; Eventueel clopidogrel (bv. bij CVA)
  • Optimaliseren overige cardiovasculaire risicofactoren (bv. hoge bloeddruk, diabetes, hoog cholesterol, overgewicht)
  • Bij nog een keer trombose onder antistolling: streef-INR hoger of over op heparine
  • Eventueel behandeling met hydroxychloroquine, rituximab, (statine)

Italiaanse Studie stopt doac bij APS

De Directe Orale AntiCoagulantia zijn wat gemakkelijker in het gebruik dan de vitamine K-antagonisten: er hoeft geen INR gemeten te worden en controle door de Trombosedienst is niet nodig. Ook hoeft er geen heparine gespoten te worden.
Een Italiaanse studie heeft echter aangetoond dat deze voordelen niet gelden bij APS: bij hoogrisico APS-patiënten (met 3 soorten aPL) die behandeld werden met DOAC’s ontstond er bij 19% trombose tegenover 3% bij behandeling met een VAK.
Volgens dr. M. Limper zijn er echter wel wat aantekeningen bij dit onderzoek te plaatsen: het ging hier over hoogrisico patiënten. Dus misschien kunnen DOAC’s alsnog een rol spelen bij de behandeling van APS, maar kritisch kijken blijft nodig.

Dr. M. Limper stelde dat nadat APS eenmaal is vastgesteld verdere laboratoriumtesten overbodig zijn. Iemand met APS moet levenslang antistolling krijgen. Jaarlijks zouden ook de nieren, de bloeddruk, het cholesterol en zou er op suikerziekte gecontroleerd moeten worden.

Na afloop van de lezingen kon men nog genieten van een hapje en een drankje voor vertrek naar huis.

 

Verslag:Gerie Brandts- van der Linden